Een infinitief is hetzelfde als het hele werkwoord. Voorbeelden daarvan zijn ‘maken’, ‘rennen’, ‘werken’, ‘koken’ en ‘denken’. Dit is natuurlijk de versimpelde uitleg. Er is nog veel meer te vertellen over de infinitief. In dit artikel vind je alles over dit onderwerp. De onbepaalde wijs of infinitief (verbum infinitum) is een werkwoordsvorm die niet vervoegd is naar persoon of getal (zie ook persoon en getal). Vooral in het onderwijs wordt de infinitief ook wel "het hele werkwoord" genoemd.
Infinitief werkwoord betekenis De infinitief (of: onbepaalde wijs) is een vormcategorie van het werkwoord. De infinitief wordt ook wel ‘het hele werkwoord’ genoemd en het is in deze ‘standaardvorm’ dat werkwoorden in woordenboeken zijn opgenomen.
Onbepaalde wijs
De onbepaalde wijs of infinitief (verbum infinitum) is een werkwoordsvorm die niet vervoegd is naar persoon of getal (zie ook persoon en getal). Vooral in het onderwijs wordt de infinitief ook wel "het hele werkwoord" genoemd. In het Nederlands wordt de onbepaalde wijs gebruikt om een handeling of actie zonder tijd of persoon aan te duiden. In Dutch, the infinitive mood is used to indicate an action or activity without specifying a time or person.
Onbepaalde wijs Elke groep noem je een ‘wijs’: het gaat om wijzen (manieren) om je uit te drukken. Dit zijn de vier werkwoordswijzen: de onbepaalde wijs (of de infinitief, het hele werkwoord): (te) leven; de aantonende wijs (of de indicatief): ik leef, leefde, heb geleefd; de gebiedende wijs (of de imperatief): leef! de aanvoegende wijs (of de conjunctief.
Werkwoordvorm
Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm die gebruikt wordt in combinatie met een hulpwerkwoord en die aangeeft dat een handeling voltooid is. Voorbeelden van voltooide deelwoorden zijn gewerkt, gelopen, onthouden, verkocht en beloofd. alle werkwoordsvormen. Op mijnwoordenboek kun je eenvoudig Werkwoorden vervoegen in het Nederlands, Frans, Duits, Engels en Spaans.
Werkwoordvorm Hoe vervoeg je een werkwoord? Vertrek altijd vanuit de stam: dat is de infinitief - 'en'. Let op: z wordt s, v wordt f. bv. de stam van reizen is reis; de stam van leven is leef.
Grammaticale functie
De structuur van de woorden en van de zinnen van een taal wordt gedefinieerd aan de hand van grammaticale regels. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen de descriptieve grammatica, de prescriptieve grammatica en de schoolgrammatica. Bij redekundig ontleden bepaal je uit welke zinsdelen een zin bestaat, welke grammaticale functie die zinsdelen hebben en hoe je ze dus het best kunt benoemen. De zinsdelen zijn: onderwerp, persoonsvorm, gezegde, meewerkend voorwerp, belanghebbend voorwerp, ondervindend voorwerp, oorzakelijk voorwerp, lijdend voorwerp, bijwoordelijke.
Grammaticale functie Een functiewoord is in de taalkundige benoeming een woord dat in de eerste plaats een grammaticale functie binnen de constituent heeft. Functiewoorden hebben weinig of geen inhoudelijke betekenis, ze ondersteunen vooral de syntactische structuur van de zin als geheel. Ze staan als zodanig in tegenstelling tot inhoudswoorden.
Basisvorm
Sommige woorde kan meer as een basisvorm hê. Hierdie woorde is dan samestellings. Byvoorbeeld: Voëltjie = Die kleinste deel van voëltjie wat op sy eie kan staan is die woord "voël". Buffelbul = buffel + bul. Boere = boer. Wanneer daar vir jou gevra word om 'n afleiding te maak, beteken dit jy moet die basisvorm vat en 'n voor- of. Leer wat 'n basisvorm, premorfeme, metamorfeme en postmorfeme is en hoe hulle die betekenis, woordsoort en vorm van 'n woord beïnvloed. Ontdek ook wat 'n simpleks, fleksie en samestelling is en hoe hulle die woordvorming verander.
Basisvorm Study with Quizlet and memorize flashcards containing terms like Woorde bestaan uit verskillende woordedele (3), Wat is 'n basisvorm van 'n word?, Wat is 'n voorvoegsel? and more.